1974 from left: Leo Cuypers, Willem Breuker, Herman de Wit, Bob Driessen, Willem van Manen, drums: Rob Verdurmen, Bernard Hunnekink, Ronald Snijders, Jan Wolff . photo Igno Cuypers
1977 “to the planes”. from left: Willem Breuker, Arjen Gorter, Maarten van Norden, Rob Verdurmen, Leo Cuypers, Boy Raaymakers, Bernard Hunnekink, Willem van Manen, Bob Driessen, Jan Wolff.
1984 from left: Willem Breuker, André Goudbeek, Peter Barkema, Rob Verdurmen, Andy Altenfelder, Arjen Gorter, Boy Raaymakers, Cris Abelen, hanging: Henk de Jonge, Bernard Hunnekink. photo Vincent Mentzel
1988 Portland U.S.A. from left: Willem Breuker, André Goudbeek, Alex Coke, Andy Altenfelder, Rob Verdurmen, Boy Raaymakers, Joop Buis, Bernard Hunnekink. photo René Eckhart
1992 from left: Boy Raaymakers, Henk de Jonge, Andy Altenfelder, André Goudbeek, Bernard Hunnekink, Willem Breuker, Gregg Moore, Rob Verdurmen, Peter Barkema, Arjen Gorter. photo René Eckhart
1998 airport Amsterdam. from left: Andy Altenfelder, Peter Barkema, Boy Raaymakers, Rob Verdurmen, Henk de Jonge, Bernard Hunnekink, Arjen Gorter, Willem Breuker, Lorre Trytten, Alex Coke, Nico Nijholt.
2004 in China. from left: Arjen Gorter, Maarten van Norden, Hermine Deurloo, Andy Altenfelder, Boy Raaymakers, Andy Bruce, Wllem Breuker, Bernard Hunnekink, Henk de Jonge, Rob Verdurmen.
2009 from left: Willem Breuker, Hermine Deurloo, Henk de Jonge, Maarten van Norden, Bernard Hunnekink, Rob Verdurmen, Andy Bruce, Frans Vermeerssen, Arjen Gorter, Andy Altenfelder, Georges Pancras. photo Pieter Boersma
2017 CD Box – Out of the box
Recensie uit het Franse blad: Le Citizen Jazz
Franpi Barriaux
De saxofonist en opmerkelijk arrangeur Willem Breuker, de libertaire figuur van de Europese jazz, is in 2010 overleden, 36 jaar nadat hij zijn legendarische orkest, het Willem Breuker Kollektief (WBK) heeft opgericht. Het Kollektief zal tot 2 jaar na zijn dood blijven bestaan, tot 31 december 2012, datum waarop een afscheidsconcert
werd gegeven door zijn muziekpartners, sommige van het eerste uur, zoals Bernard Hunnekink en bassist Arjen Gorter, die spelen op het merendeel van de 11 CD’s van de cassette “Out of the Box” . Dit fameuse concert uit 2012, niet eerder uitgebracht staat, op deze cassette en klinkt als een schemerig feest vol emotie. Men begraaft geen wapens en ook geen orkestleiders.
<Antelope Cobbler>, opschepperige titel, doet prachtig eer aan het vermogen om codes te laten ontploffen en met ze te spelen met respect voor de tradities die je moet beheersen om ze te kunnen afbreken.
Als je deze ongebreidelde jubelstemming, postuum, hoort, denk je aan de formaties die door het WBK zijn beïnvloed en gevoed: Tous Dehors en het Surnatural Orchestra en zelfs bands met andere achtergronden zoals die van De Kift, die zich zal hebben laten inspireren door het dichterlijke, folkloristische en vooral het theatrale aspect (<Klerelijer> van Bernard Hunnekink met zang van Loes Luca en Peter Bolhuis).
De donkerrode cassettedoos is een schat. Allereerst omdat het uitgebreid gedocumenteerd is met een boekje met spiraal waarin getuigenissen in beeld en analyses in tekst. (in het Engels en het Nederlands ).
Zoals de point of view van de wetenschapper Alan Stanbridge (universitair hoofdocent in music, culture and media in Toronto) die het
theatrale aspect van het orkest van Willem Breuker benadrukt. Hiervan zijn een paar voorbeelden te vinden in dat concert in Zweden van 1978 ( Umea 1978 ) dat nog niet eerder is uitgebracht. Behalve de “juweelstatus” van de box, bevestigt deze cd ook de woorden van Stanbridge : ” de solo’s zijn een complexe mengeling van potpourri, ironie, trivialiteit en beklemming”. Helderder kan je het niet zeggen, de Interventies van trompettist Boy Raaijmakers en van Breuker zelf op de alt, over het beroemde <Conditione Niente >, zijn een bruisend manifest der speelsheid van de koperblazers. De live optredens hebben een prachtige plek in de selectie van het label BVHaast,
dat altijd het werk van de < familie > Breuker heeft onderhouden, met een uiterst moderne benadering van het begrip collectief.
Behalve dit Scandinavische evenement vinden we Angoulême 1980 , recent verschenen bij Fou Records [1] en natuurlijk het “Happy End” uit 2012. Ook al is het WBK vooral een muziekensemble voor podium en spektakel, we vinden hier ook veel opnames. Op Songs and More de ongelofelijke en de niet eerder uitgebrachte versie van <Sur l’ Autoroute>, in 1981 opgenomen in Amersfoort met Rob Verdurmen op het slagwerk en een pràchtige Maarten van Norden op tenorsaxofoon.
De keuzes voor “Out of the Box” zijn niet gemaakt op basis van de platenalbums en CDs en ook niet omdat men het chronologisch wilde maken. De ontegenzeggelijke kracht van het WBK is de performance. De happening. Veel foto’s in deze cassette, “acrobaten waardig”, zijn
er het bewijs van. De bloemlezing is gericht op de werken in allerlei disciplines òf de spectaculaire optredens. Zo zijn de liedjes bijeengebracht, Songs and more, net als de strijkers, Strings of de Big Chunks, de grote stukken die Breukers’ interesse voor de geschreven westerse muziek bevestigen. <Amsterdam Rhapsody Overture > en de piano van Henk de Jonge).
De film, cruciaal voor WBK, is ook te vinden Plays and movies met het
filmconcert Faust [2], ooit op DVD uitgebracht, maar niet op CD.
Het is tenslotte een mooie verzameling geworden van niet uitgebrachte werken die, zonder nodeloze
herhalingen, de reeds uitgebrachte platen en CDs ondersteunen.
De mooie reprise van <Lonely Woman >dat van de cd Thirst! komt en de <Marche Funèbre> van de plaat In Holland . Aangezien al deze stukken zich bevinden in een verschillende context, maar wel zeer samenhangend voelt Out of The Box nooit overcompleet .
Aan te raden voor liefhebbers van het groot formaat ..
Gepubliceerd 8 mei 2017
——
11-DELIGE CD-BOX
Willem Breuker Kollektief – Out of the Box
bezetting: o.a. Andy Altenfelder, Boy Raaijmakers trompet;
Bernard Hunnekink, Nico Nijholt trombone; Willem Breuker, Alex
Coke, Peter Barkema saxofoons; Henk de Jonge piano; Arjen
Gorter contrabas; Rob Verdurmen drums
opgenomen: 11 cd’s met live en studio-opnames 1970 – 2012
uitgebracht: maart 2017
label: BV HAAST
tijdsduur: circa 700 minuten
website: www.willembreukerkollektief.com – www.subdist.com
door: Cyriel Pluimakers
45 jaar lang speelde Willem Breuker (1944-2010) een hoofdrol in het Nederlandse muziekleven. Onvermoeibaar was hij als musicus, componist, arrangeur en organisator. Na zijn eerste muzikale experimenten, richtte hij in 1974 het Willem Breuker Kollektief op, een 10-mans formatie waarmee hij de hele wereld zou gaan afreizen. Hun muziek was een aanstekelijke mix van jazz, vrije improvisatie, hedendaags klassiek en circus- en theatermuziek. Typerend voor Breuker was dat hij niet dacht in hokjes, maar in artistieke mogelijkheden en vergezichten.
Optredens werden doorspekt met theatrale elementen en de – vaak melige – grappen waren niet van de lucht. Internationaal werd het orkest gretig geboekt op vele gerenommeerde podia en toonaangevende muziekfestivals. Breuker bracht feest met zijn meute en slaagde er altijd in het publiek – met zijn typische humor – in beweging te brengen. Het ensemble klonk vaak als een uitbundige oer-Hollandse fanfare, die zo nu en dan de weg een beetje kwijt was. Het Willem Breuker Kollektief was een cultureel exportproduct van de eerste orde, iets wat nog weleens jaloezie opriep bij diverse muzikale collega’s.
Willem Breuker Kollektief in 1975 voor het Bimhuis.
Indrukwekkend
Nu ligt er een indrukwekkende 11 cd’s tellende uitgave met een fraai boekwerk: ‘Out of the Box’. Contrabassist Arjen Gorter en trombonist Bernard Hunnekink, Kollektief-leden van het eerste uur, hebben uit Breuker zijn omvangrijke discografie allereerst een vijf cd’s tellende bloemlezing samengesteld met als thema’s: ‘Big Chunks’, ‘Songs and More’, ‘Plays and Movies’, ‘Heibel/Fuss’ en ‘Strings’. Veel liefhebbers zullen al het nodige van dit materiaal in huis hebben op lp of cd. Maar de grote verrassing vormen de, voor het eerst uitgegeven, live-opnames van het Zweedse Umeå Festival 1978, en de twee cd’s tellende weergave van het laatste concert in het Bimhuis met het programma ‘Happy End’ op 29 december 2012. De opnames van het Angoulême Festival 1980 waren jarenlang alleen beperkt in Frankrijk verkrijgbaar. Verder bevat de box de opnames van de prachtige muziek die Breuker componeerde voor Frierich Murnau’s ‘Faust’ (1926), een klassieker uit de tijd van de stomme film. Eerder al uitgegeven als dvd, maar nu met een beter geluid op cd.
Museum
De orkestleider had voor zijn dood bij de notaris laten vastleggen dat de naam Willem Breuker Kollektief vanaf 2013 niet meer gebruikt mocht worden. Een rigoureuze handelswijze met grote gevolgen. In tegenstelling tot generatiegenoot Misha Mengelberg (1935-2017), die ook gretig door jonge musici wordt gespeeld, lijkt het alsof zijn muziek inmiddels bijgezet is in het museum. Iets wat zeker niet terecht is, want Breuker is een van de krachtigste representanten van de New Dutch Swing. Je hoeft maar naar de schitterende live-opnames uit 1978 en 1979 te luisteren om te beseffen wat we missen: de krachtige salvo’s van het koper, de jankende saxofoons, de ‘schuurpapieren’ rauwe orkestrale klank en de solo’s die telkens tot het gaatje gaan. Dit alles aangevuurd door het weergaloze ritmetandem van contrabassist Gorter en slagwerker Rob Verdurmen, die rechtstreeks van de middelbare school in het Kollektief stapte.
Het Kollektief in 2003 met nieuwkomer Hermine Deurloo op
saxen en mondharmonica.
IJzeren discipline
Kurt Weill was naast Ennio Morricone misschien wel Breukers grootste invloed. Maar ook de Amerikaan Charles Ives, de Mexicaan Silvestre Revueltas en het sociaalrealisme van de Rus Alexander Mosolov, beroemd van de ‘IJzergieterij’, klonken door in de muziek. Harde trombones en hemelse trompetten zorgden voor een enorme muzikale vuurkracht. De saxofoons vormden de stoere binken en natuurlijk was er veel ruimte voor pianovirtuozen: in de eerste jaren Leo Cuypers en later Henk de Jonge, waarmee hij ook Gershwin ging spelen. De authentieke uitvoering van de ‘Rhapsody in Blue’ door het Kollektief is legendarisch en maakt deel uit van de cd ‘Strings’.
Veel muziek schreef Breuker compleet uit en met ijzeren discipline werd er op het correct spelen van de arrangementen geoefend. Tijdens het Amsterdamse festival ‘Klap op de Vuurpijl’, dat hij jarenlang organiseerde, werd er elke dag vanaf de vroege ochtend tot het einde van de middag gerepeteerd. Het Kollektief was consequent als slotact aan het einde van de avond geprogrammeerd, met elke keer weer verse composities die nog nat waren van de inkt.
Het Kollektief in 2012 aan de vooravond van de afscheidstournee
Happy End met onder meer Loes Luca. Foto © Monique Baan.
Monument
Teksten in het bijgeleverde boek zijn afkomstig van Filippo Bianchi, Kees Stevens, Alan Stanbridge en Jean Buzelin, die in 1992 samen met zijn vrouw ‘Willem Breuker, Maker van Mensenmuziek’ uitgaf (in 1992 verschenen in Frankrijk en in 1994 vertaald in het Nederlands). Een biografie die inmiddels smeekt om een update. Is er echt geen auteur te vinden die zijn tanden wil zetten in een actuele levensbeschrijving, met interviews en sappige anekdotes?
Verhalen zijn er te over, want een gemakkelijk mens was Breuker zeker niet.‘Out of the Box’ vormt niet alleen een gepast monument voor een groot musicus maar ook voor een van de beste orkesten die Nederland ooit gehad heeft. Met een reputatie die tot ver over onze landsgrenzen reikte en een cultureel boegbeeld zonder weerga vormde. Misschien wel op hetzelfde niveau als het Concertgebouworkest, het Orkest van de 18e Eeuw of het ASKO Schönberg Ensemble.
Het zou wenselijk zijn dat deze uitgave de opmaat vormt voor een herleving van Breukers muziek. De uitgave lijkt voldoende aantrekkelijk om ook bij een jonger publiek aan te slaan. Het orkest mag dan niet meer bestaan, maar dat betekent zeker niet dat de muziek ten dode opgeschreven is.
Rechtstreeks te bestellen bij BVHAAST Records, Prinseneiland 99, 1013 LN Amsterdam.
T 020-6239799. E wbk@xs4all.nl
Ook verkrijgbaar bij www.subdist.com
Prijs € 69,-
——
JazzFlits
WILLEM BREUKER Out Of The Box BVHAAST
INDRUKWEKKENDE DWARSDOORSNEDE VAN HET OEUVRE VAN WILLEM BREUKER
Het moet een waar monnikenwerk zijn geweest, het samenstellen van de cd-box ‘Out Of The Box’ met muziek van Willem Breuker (1944–2010). Twee Kollektief-leden van het eerste uur, bassist Arjen Gorter en trombonist Bernard Hunnekink, besloten zich erop te storten. Ze hebben het omvangrijke archief van hun bandleider doorgespit om een com- pilatie samen te stellen die eer doet aan de breedte én diepte van zijn werk. Op elf cd’s wordt zowel de doorgewinterde fan als de novice op zijn wenken bediend. Er zijn vier thematisch geordende plaatjes met de titels ‘Big Chunks’, ‘Songs And More’, ‘Plays And Movies’ en ‘Strings’. Daarnaast is er een her- uitgave van ‘Heibel’, het album van het Kollektief met zangeres Greetje Bijma. Oorspronkelijk zat het in een camembertdoosje verpakt, en alleen al daar- door is het een collectors item geworden. Nu is het dus weer verkrijgbaar.
Nieuw (op cd, althans, want er kwam ooit een dvd van uit) is de muziek voor de film ‘Faust’ (1926) van F.W. Murnau. Breuker kreeg in 2003 opdracht van de Cité de la Musique in Parijs om nieuwe mu- ziek bij de zwart-witklassieker te maken. Een voor- waarde was dat er niet in zou worden geïmprovi- seerd. Daarmee schreef Breuker zijn langste com- positie ooit voor het Kollektief, 106 minuten. Het is een culminatie van een ontwikkeling in zijn werk, waarbij de uitgeschreven delen een steeds grotere rol begonnen te spelen. De bezetting die de film- muziek uitvoerde was misschien technisch ook de meest bekwame ploeg die hij onder zijn leiding heeft gehad. Hoewel de improvisaties ontbreken, zijn wel alle elementen en invloeden volop aanwe- zig: twintigste-eeuwse gecomponeerde muziek (met helden als Kurt Weill, George Gershwin en Sylvestre Revueltas), maar ook fanfare- en circus- muziek, jazz en swing, en keihard knetterende dissonanten naast bijna-tearjerkers.
Volop geïmproviseerd wordt er in de rest van de box gelukkig wel, want de diverse versies van het Kollektief herbergden topsolisten als trombonist Willem van Manen, pianist Leo Cuypers, saxofonist Maarten van Norden en natuurlijk de bandleider zelf. In de indrukwekkende dwarsdoorsnede die de box biedt, wordt eens te meer duidelijk dat Breuker zijn stempel als componist heeft gezet, maar dat hij meer dan eens de creatiefste solo’s binnen zijn eigen orkest leverde. Het meest overtuigend in dit verband zijn de twee niet eerder uitgebrachte live- concerten uit het Zweedse Umeǻ (1978) en het Franse Angoulême (1980). Ze vullen een leemte in de discografie van het Kollektief, want er is bijzon- der weinig live-werk van het orkest voorhanden. Ergens is ook wel te begrijpen waarom, want op- tredens van de band waren ook theatrale en visuele spektakels. Gorter en Hunnekink hebben ervoor gekozen om de twee concerten integraal op cd te zetten, dus inclusief de momenten waarop het pu- bliek in een deuk ligt om wat er te zien valt. En dat moeten wij dus missen, al geeft de informatie in het uitgebreid gedocumenteerde boek wel enig inzicht hierin. Rondom deze hilarische momenten zit muziek waarvan de energie af spat. Het Kollek- tief was hier bezig aan zijn beste jaren en de slor- digheid die af en toe optreedt, wordt meer dan goed gemaakt door de aanstekelijke gekte en de maniakale solo’s, vooral van de hierboven genoem- de muzikanten.
De laatste twee cd’s zijn gevuld met ‘Happy End’, de afscheidstournee van het Kollektief uit 2012, dus na de dood van de leider. Deze had bij de notaris laten vastleggen dat vanaf 31 december van dat jaar de naam Willem Breuker Kollektief niet meer zou mogen worden gebruikt. Dat is een wijs besluit geweest, want het orkest zou er niet bij gebaat zijn geweest om als ‘ghost band’ door het leven te gaan. In dat opzicht verschilt het Kollektief wezen- lijk van dat andere instituut uit de Nederlandse geïmproviseerde muziek, het ICP Orchestra. Ook zonder medeoprichter Misha Mengelberg kan die band prima door, omdat de pianist wel veel materi- aal aanleverde, en een muzikale houding aandroeg, maar nooit zo onvervangbaar zijn stempel op de muziek drukte als Breuker dat op het Kollektief deed. Dat geeft de box een bitterzoet gevoel mee. Het is een rijke schatkist vol verrukkelijke muziek, maar we zullen het moeten doen met de nalaten- schap op plaat. Misschien dat iemand de partituren ooit nog eens uit het Breuker-archief wil halen om ze te laten herleven, maar dan zal dat een herin- terpretatie moeten zijn. Het slaafs naspelen van zijn bedachte nootjes is zo ongeveer wel het laatste dat de geestelijk vader ervan zou hebben gewild.
Herman te Loo
——
JANUARY 2018 | THE NEW YORK CITY JAZZ RECORD
Out of the Box
Willem Breuker Kollektief (BVHAAST)
by Mark Keresman
Calling the Netherlands’ Willem Breuker a saxophonist and/or bandleader is akin to calling Charlie Parker “some Kansas City cat that played the sax.” Breuker was one of the crucial figures of the ‘60s European avant garde jazz scene and a co-founder of the still-active Dutch collective The Instant Composers Pool (ICP) with fellow avant icons Han Bennink and Misha Mengelberg. He was also an early member of seminal Euro-avant combos Globe Unity Orchestra and Gunter Hampel Group. He was on the ground floor of players in Europe establishing their very own school/approach/ identity in avant garde jazz, setting themselves apart from the American players in their midst.
Breuker was a reed player, composer and arranger (also occasional singer) and from 1974-2010 led his Kollektief, an ever-evolving little big band whose concerts were often events in that the presentation of music—his own and others—was highly theatrical, drawing from vaudeville as much as modern 20th century theater. This writer was fortunate to see the band perform twice—at one of their shows the entire group would do costume changes ON-STAGE while scarcely missing the proverbial beat, launching into affectionate satires of the conventions of bebop and avant garde jazz.
While Breuker and his hepcats could swing hard and wail outward bound, his original compositions drew inspiration from classical, theater and circus music as well as the jazz and Great American Songbook spheres. His originals could be catchy and lovably goofy as the best Carl Stalling music for classic Warner Brothers cartoons and as classy as Scott Joplin and Duke Ellington.
Out of the Box is a comprehensive 11-CD overview of the history of the Kollektief, including a couple of years the band continued after Breuker’s 2010 death (Breuker told his band they could use his name for only two years after his passing) and features such band stalwarts as bassist Arjen Gorter, trombonist Bernard Hunnekink (the latter pair compiling this anthology), trumpeters Andy Altenfelder and Boy Raaymakers and drummer Willem Van Manen.
The discs’ presentation is not chronological, instead divided into categories like “Songs and More” and “Plays and Movies”. “Animal Locomotion” from Disc Three (“Plays and Movies”) can best be described as animated, a suite of alternately twittering, pensive and driving melodies paying tribute to Scott Joplin, Igor Stravinsky and George Gershwin (whose “Rhapsody in Blue” is covered here). The next selection is “De Geile Beer”, a rowdy jump-blues with a heavy shuffle beat.
Kicked off by raunchy blues-charged tenor, Breuker sings Dutch lyrics in a raspy Louis Prima-like voice. Among the highlights of Disc Seven (“Angoulème 1980”) is “Big Busy Band”, an authoritative, riff- driven slab of Swing Era-esque excitement, evoking the glory years of the Count Basie and Gene Krupa Orchestras; it evolves into a taut modal mode with a slightly funky baritone saxophone solo gradually increasing in intensity (and high-register freedom) then segueing into some straightahead modern swing à la Woody Herman and Thad Jones/Mel Lewis. Kurt Weill’s “Song of Mandalay” is essayed with manic buoyance yet still conveys the original’s exotic elegance.
Disc Six (“Umeå 1978”) has roaring passages of free jazz interspersed with marches and circus motifs. On Disc 11 (“Happy End II”), the tango-tinged “Moonbathed” seems in homage to Ellington with its insistent rhythm, buttery unison voicings for horns, vocalized trumpet solo, churning brass section and the way the clarinet is somewhat up-front in the mix of saxophones. As “Brief aan Vera” will illustrate, the Kollektief could skronk up a storm with the best of them but, unlike some avant gardists of the time, Breuker’s modus operandi was almost always marked by humor (sometimes obscure, sometimes as wacky/subtle as The Three Stooges), references (“Ric-O-Chet” quotes from Dave Brubeck’s “Blue Rondo à la Turk”) and (often-jovial) tunefulness.
Only the True Believers will likely invest in this box (which includes an 80+ page ring-bound book of notes and photos) or serious devotees of cutting- edge jazz, but they’ll be oh so happy they did.
——
CadenCe Magazine | Oct nov dec 2017 | Page 107 – 108
Dutch composer / group leader / reed player Willem Breuker was in it for the long haul. Perhaps it didn’t seem that way when, in the late 1960s he was considered a firebrand and one of the players who was going to bring down the world of jazz. Those types never hang around very long. In 1967, pianist / composer Misha Mengelberg, percussionist extraordinaire Han Bennink and Breuker formed Instant Composer’s Pool (I.C.P.) and set about undermining traditional concert venues, releasing self-produced recordings and generally doing what they wanted to do. But with three strong-minded personalities such as these, the ties eventually soured over musical disagreements. Mengelberg and Bennink continued on with I.C.P. and Breuker (who was far more concerned with composition) formed his own label (BVHaast) and group, (The Willem Breuker Kollektief). The Kollektief’s name first appeared on the B side of a 1974 LP Twenty Minutes In The Life Of Bill Moons with a scrappy, anarchic performance of a suite, “De Achterlijke Klokkenmaker” (The Simple-Minded Clockmaker).
The Kollektief fell together fairly quickly and by its conclusion in 2012 it still counted four players who had been there from the beginning: trombonist Bernard Hunnekink, bassist Arjen Gorter, drummer Rob Verdurmen and saxophonist Maarten Van Norden. Other long-term members included pianist Henk De Jonge (from 1980) and trumpeters Andy Altenfelder (from 1981) and Boy Raaijmakers (1975-2004). The Kollektief had its highs and lows. Early concerts were energetic, rowdy but as the band developed they got very tight and seemed a perfect mixture of precision and freedom. Their concerts were laced with humor and slapstick. Breuker kept feeding them compositions: his own, unique arrangements of jazz and pop standards and classical pieces. However, as the 90s came, the compositions became more highly arranged and the humor became more forced (almost as if they did it because it was expected). The musicianship was still at a high level (Breuker brought in some excellent new players, including saxophonist Alex Coke, trombonist Nico Nijholt and violinist Lorre Lynn Trytten) but that spontaneous spark that this band imbued in its live performances seem to be missing. But ca. 2000, with the addition of some new younger players (including trombonist Andy Bruce and saxophonist / harmonica player Hermine Derloo and trumpeter George Pancras)) the group seemed to fnd its form again. This later edition of the Kollektief became one of its fnest and it lasted for over ten years, until the band came to its logical conclusion in 2012.All of this history (excepting the more tedious moments) is captured in a new retrospective 11 CD boxed set, Out Of The Box . It highlights Breuker and his band, as well as his flm music, larger assemblages and collaborations. The set was put together by Arjen Gorter and Bernard Hunnekink, both of whom saw and heard it all. Some of the music has been previously available on recordings, others are previously unreleased. The recordings have been remastered and the sound is superb throughout.
The discs are ordered conceptually. Big Chunks is a cherry picked selection of mostly longer performances (only 2 pieces are less than 9 minutes) by various editions of the Kollektief and it shows them in a favorable light. “New Pillars In The Field Of Art”, a live concert favorite, is heard in a stellar rendition from 1993. Breuker’s homage to Duke Ellington “Duke Edward” is a wonderful take on the Jungle Band of the 20s. Songs And More is a mish-mash collection of originals and arrangements, vocal and instrumental. It includes two of Breuker’s best arrangements of other’s pieces: a reworking of Ornette Coleman’s “Lonely Woman” and a kaleidoscopic 12 minute epic version of Cole Porter’s “Night And Day”. Plays And Movies is the most diverse disc of the set with various pieces done for the theatre and flm. It has the widest span of dates, from 1970 to 1998 and it refects the widest range of music. But it’s also unmistakably music by Willem Breuker. Strings is surprisingly one of the most successful discs in the set. It contains “Spanish Wells”, a piece that sounds like a homage to one of Breuker’s musical “heroes”, Ennio Morricone. The liners note that its inspiration comes from where it was composed, the island of Spanish Wells in the Bahamas, where Bruker was vacationing. But it sounds like it could accompany a western. It also contains a fve part suite “Zaanse Pegels”, composed to celebrate an award Breuker received from the Zaanse Foundation. In 2003, Breuker was commissioned to write the music for a restored version of F. W. Murnau’s 1926 silent classic Faust. It’s atypical music for a silent flm but entirely appropriate in that a) it’s typical Breuker music and b) it refects the Weimar zeitgeist under which the movie was made and that always attracted Breuker. He has re-arranged many Kurt Weill pieces as well. The music for Faust has never been released on disc but is now featured here in its entirety on two discs and it’s listenable as a through-composed piece separate from the movie. Two excellent concerts are preserved: Umea, 1978, (Sweden) is a wonderful snapshot of the early Kollektief (with pianist Leo Cuypers and trombonist Willem van Manen) in its prime. Angouleme 1980, is another rousing set from two years later. It consists of edited highlights of the concert but it plays well and it was a good energy concert. The fnal two discs of the set are Happy End I & II. Before his passing in 2010, Breuker stipulated the that the group members could use the name Willem Breuker Kollektief until 2012 when it was to be retired. The group (along with singers Loes Luca and Peter Balhuis) spent that fnal year touring a tribute to Breuker, pulling classics out of the book including “Streaming” and “Waddenzee” (which go back to 1976), “Bob’s Gallery”, “To Remain”. I caught the American leg of the tour (without the singers) and was surprised at how non-nostalgic the performance was. They played with such energy and enthusiasm. The performances preserved on these discs are from the last two concerts by the Kollektief (December, 2012) and it still retains that energy and enthusiasm. Out Of The Box is well-packaged, comes with a nice, spiral bound book with essays, pictures and discographical information. As a summation of Breuker’s period from 1974 onwards it flls the bill nicely. Is there anything worthwhile left out? Of course… a lot… Breuker was quite prolifc and high points could probably extend the set to twice its length. But what is here are superb examples of Breuker’s music and his various editions of the Kollektief.
Robert Iannapollo
LE JAZZ A SA TRIBUNE.
édition du 19 novembre 2017 // Citizenjazz.com / ISSN 2102-5487
CHRONIQUE
WILLEM BREUKER KOLLEKTIEF
OUT OF THE BOX
Label / Distribution : BVHAAST
Le saxophoniste et remarquable arrangeur Willem Breuker, figure libertaire du jazz européen, nous a quittés en 2010, 36 ans après avoir fondé son orchestre mythique, le Willem Breuker Kollektief (WBK). Celui-ci lui aura survécu deux ans, jusqu’au 31 décembre 2012, où un concert d’adieu fut donné par ses compagnons les plus fidèles parmi lesquels le tromboniste Bernar Hunnelink ou le bassiste Arjen Gorter, que l’on retrouve dans la plupart des onze disques parus dans le coffret Out of The Box. Il contient, pour la première fois, ce fameux concert de 2012 qui sonne comme une fête crépusculaire pleine d’émotion. On n’enterre ni les armes ni les chefs d’orchestre. « Antelope Cobbler », titre fanfaron, rend magnifiquement hommage à la capacité de dynamiter les codes et de jouer avec eux dans un respect de ces traditions qu’il est nécessaire de maîtriser pour savoir les déconstruire. A entendre cette liesse posthume et débridée, on songe aux formations que le WBK a influencées et nourries : Tous Dehors, le Surnatural Orchestra voire d’autres horizons à l’instar de De Kift qui se sera inspiré de l’aspect poétique, populaire et surtout théâtral (« Klerekijer » avec le chant de Loes Luca et Peter Bolhuis).
C’est un trésor que cette petite boîte grenat. D’abord parce qu’elle est abondamment documentée par un livret à spirale où les témoignages en image s’intercalent avec des textes d’analyse (en anglais et néerlandais). On s’arrêtera notamment sur le point de vue de l’universitaire Alan Stanbridge qui souligne la théâtralité de l’orchestre de Willem Breuker. On en aura quelques exemple dans ce concert suédois de 1978 (Umeå 1978) totalement inédit. Au-delà de son statut de joyau du coffret, il valide le propos de Stanbridge : « les solos sont un mélange complexe de pastiche, d’ironie, de trivialité et d’anxiété ». On ne saurait dire mieux des interventions du trompettiste Boy Raaijmakers et de Breuker lui-même à l’alto sur le célèbre « Conditione Niente », trépidant manifeste de l’espièglerie des cuivres. Les lives ont la place belle dans la sélection opérée par le label BVHaast qui a toujours soutenu le travail de la « famille » Breuker, dans une acception déjà fort moderne de la notion de collectif. Outre cet événement scandinave, on trouve Angoulême 1980récemment paru chez Fou Records [1] et bien sûr ce Happy End de 2012. Mais le WBK étant avant tout un ensemble destiné à la scène et au spectacle, on retrouve çà et là de nombreuses captations. On songe, sur Songs and More, à l’incroyable et absolument inédite version de « Sur l’autoroute », captée en 1981 à Amersfoort avec Rob Verdumen à la batterie et l’époustouflant Marteen van Norden au saxophone ténor.
Le choix pour Out of The Box ne s’est pas fait sur la base des albums, ni même dans une volonté chronologique. La vertu indiscutable du WBK, c’est la performance. Le happening. Moult photos dignes de bateleurs présentes dans le coffret en sont la preuve. L’anthologie s’est portée sur des œuvres comme autant de disciplines, ou d’actes spectaculaires. C’est ainsi que les chansons sont regroupées entre elles, tout comme les cordes ou les Big Chunks, les gros morceaux qui affirment le goût de Breuker pour la musique écrite occidentale (« Amsterdam Rhapsody Overture » et le piano de Henk de Jonge). Le cinéma, acmé indispensable à l’univers du WBK, est aussi présent avec le ciné-concert Faust [2], sorti en DVD mais jamais édité en disque. Au final, c’est une belle collection d’inédits qui vient en appui – et sans guère de redites – aux disques déjà parus. Certes, on retrouve la belle reprise de « Lonely Woman » présente sur Thirst !, ou encore la « Marche funèbre » qui éclaire In Holland. Mais tout ceci se situant dans un contexte différent et très cohérent, Out of The Box n’a rien de surnuméraire. A conseiller aux amoureux des grands formats.
par Franpi Barriaux // Publié le 8 mai 2017
[1] C’est le seul disque à apparaître tel quel.
[2] Tiré du film muet de Murnau.
For over 45 years, Willem Breuker played a large part in the musical life of the Netherlands, as a musician, composer, arranger and organizer.
Between 1974 and 2012, the Willem Breuker Kollektief presented an adventurous and innovative mix of jazz, free improvisation, contemporary classical and theatre and circus music, often enlivened by a personal sense of humor.
From this huge body of work, original Kollektief members Arjen Gorter and Bernard Hunnekink have now compiled an anthology, to be found on these 11 beautifully remastered CD’s. Themes such as music for film, theatre and strings are featured, as well as songs and longer, more complex pieces. Many of the pieces presented here are either no longer available elsewhere, or are now released for the first time, including the complete sound track for the film Faust, and the farewell concert Happy End.
‘Willem Breuker Kollektief stalwarts Arjen Gorter and Bernard Hunnekink have taken care of Breuker’s musical legacy and have scrupulously compiled an anthology from this huge body of work which is beyond compare. They are absolutely right in releasing the embodiment of their quest at this moment: something as wonderful as this may not be postponed.’ Jazz Nu
‘The CDs come accompanied with a book containing lots of visual material, personal stories about Breuker, historical and musical interpretations, plus extensive information and documentation for all of the tracks. The CDs have all been remastered, making the recordings sound clear, fresh and well-defined. In all there is some four hours of previously unreleased music. The other tracks have found their way into the discography.’ Het Parool
‘CDs 8 and 9 contain the music for the silent film Faust, made by the German director Friedrich Murnau in 1926. In 2003 the Paris Cité de la Musique commissioned Breuker to compose a score in which there were to be no improvised parts.’ Het Parool
‘The great rendition of Gershwin’s Rhapsody in Blue on CD 5 (Strings) takes up a little over 15 minutes: strongly orchestrated, as transparent as can be, and without the symphonic hullabaloo that so often seems to come with the work. The Willem Breuker Kollektief stays very close to George Gershwin’s intentions and makes use of the original score.’ Jazz Nu
Read the complete review at the Jazz Nu website